Stoomtram

De meeste mensen in Wahlwiller hebben wel eens gehoord dat er een tramlijn in ons dorp is geweest. Voor de ouderen onder ons is “‘t tremke” een herinnering die altijd levend zal blijven. In goed 16 jaar (1922 tot 1938) heeft de stoomtram een treurige geschiedenis achtergelaten.
Men had reeds lang voorzien dat deze onderneming geen lang leven beschoren was. Het was dan ook een treurig gezicht toen in de maanden juli en augustus van 1938 de rails werden opengebroken, aldus pastoor Jongen van Wahlwiller in zijn kroniek.
En wat ging er met de zo duur aangekochte terreinen gebeuren? De diverse gemeenten die er hun subsidie aan hebben verleend, zal dit nog lang blijven geheugen.
28 juni 1922, de dag van de opening. Een select gezelschap reed op deze dag voor de eerste keer over het nieuwe traject. De tram ontspoorde echter bij Nijswiller. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor, maar men was wel in grote verlegenheid gebracht. Het was een afgang voor de meereizende notabelen, de uitvoerder en de ingenieur. Een toevallig voorbijkomende fotograaf, die het voorval wilde vastleggen, kreeg dit ten strengste verboden. Hij heeft toch kans gezien de foto te maken.
Men heeft onder de bescherming en bewaking van de marechaussee de reis nog kunnen voortzetten. Sindsdien volgden de ongelukken elkaar op.

Enkele feiten voor Wahl- en Nijswiller zijn het vermelden waard.
Enkele keren zijn bij de losplaats te Lemiers wagons losgeraakt, die dan spontaan de helling afrolden richting Mamelis en Nijswiller. Niemand was in staat deze gevaarten te stoppen. Dit blijkt uit het feit dat een vrachtauto bij “café zum Piethaan” (Vijlen) de rails passeerde, net toen er een op hol geslagen wagon aankwam, waardoor het achterste gedeelte van de vrachtwagen verpletterde.
Een andere keer (8 juli 1926) was de afloop dramatisch. Op de losplaats te Lemiers raakten vier wagons los, waarvan twee beladen. Dit maal kwam de hele zaak pas tot stilstand aan de “Oude Geul” bij Gulpen. Zelfs de stijgende hoogte tussen Nijswiller en Wahlwiller bracht de wagons niet tot stilstand.
In Wittem stond er eens een paard op de rails. Een medewerker van de LTM (Limburgse Tramweg Maatschappij), die zich op een van de wagons bevond, zag het paard, raakte in paniek en waagde de sprong uit de rijdende wagon. Hij deed dit heel ongelukkig en sprong jammerlijk tegen een boom, hij was op slag dood. Enkele seconden later sneuvelde het paard. De hele zaak kwam tot stilstand bij de “Oude Geul” (Gulpen) nadat deze tegen een tram reed die richting Vaals ging. Veertien mensen raakten gewond, waarvan enkelen moesten worden overgebracht naar het ziekenhuis.
Voor veel hilariteit zorgde het bericht dat een ezel van de paters van Mamelis in november 1926 onder de tram was gekomen.
Ook vonden in Wahlwiller twee mannen op een fiets de dood na een aanvaring met de tram, een derde overleefde het ongeluk. Dit gebeurde op de plaats in Wahlwiller waar de rails de Rijksweg overstaken en de tram aan de andere kant verder reed.

stoomtram

Foto: Trambotsing te Wahlwiller op 14 juli 1935.

Een ongeluk tussen hoeve Lanterne en hoeve Schulsberg vond plaats op zondag 14 juli 1935.  In grote paniek kwamen mensen de pastoor roepen terwijl deze net de vroegmis te Nijswiller had beëindigd. Er waren tussen Wahl- en Nijswiller twee trams tegen elkaar gelopen. Reeds ter plaatse waren enkele paters van Wittem en dokter Janssen uit Gulpen, zij waren druk doende met de verzorging van de gewonden. Vooral machinist Willems, conducteur Senden en een vrouwelijke passagier waren er ernstig aan toe. Machinist Willems werd ter plaatse voorzien van de H. Sacramenten voor stervenden, doch heeft het ongeluk overleefd en heeft nog een respectabele leeftijd gehaald.
In de wagons waren alle banken kapot. Men vroeg zich af hoe dit had kunnen gebeuren. Gelukkig was het op een stille zondagmorgen.
De tram richting Vaals moest normaliter bij de veiling aan de Zinselbeek wachten totdat de tram Vaals richting Maastricht was gepasseerd, dit is waarschijnlijk niet gebeurd.

Vanwege de vele ongelukken die gebeurden tijdens het kruisen van de Rijksweg, werd tussen Wahl- en Nijswiller een nieuw gedeelte trambaan aangelegd in de richting van de Dorpstraat (nu Oude Baan) langs de kerk van Wahlwiller. Dit nieuwe traject werd rond Pasen 1932 in gebruik genomen.
In alle dorpen waar de tram passeerde, had men een agent(schap) waar zendingen afgeleverd of afgehaald werden. In Wahlwiller was dit bij café Gusting (thans eetcafé “de Verwondering”).
Het waren geen vaste stopplaatsen. Als de tram een pakket moest meenemen, dan hing men een rode vlag uit.

Men zag dat het handhaven van de tram een onmogelijke zaak was en begon aan een alternatief te denken.
Per 1 maart 1937 werd het personenvervoer per bus geregeld. De geboycotte particulieren busondernemingen mochten weer rijden en op de tramlijn reden nog enkele goederentreinen.
Op 5 april 1938 reed de laatste stoomtram op de lijn Vaals – Maastricht.

Voor Wahlwiller heeft de tram ook zijn voordelen opgeleverd.
De Dorpstraat (nu Oude Baan) was in alle opzichten verbeterd. De diep uitgeholde weg was voor de tram behoorlijk opgehoogd. De oude baan lag vroeger ± 1 ½ meter dieper dan nu het geval is.
Zonder het oorverdovende geluid van “‘t Tremke” was de rust in Wahlwiller wedergekeerd.

Marcel Ploemen/februari 2004