Quirinus was priester en vicaris-generaal van Nicasius, die bisschop was van het bisdom Rouen in Frankrijk. Samen met deze Nicasius was hij vanuit Rome naar Gallië gekomen om de bevolking te kerstenen.
Omstreeks het jaar 300 werd Quirinus gemarteld en gedood. Zijn lichaam werd begraven in Gasny vlakbij Rouen. Daar ontstond zijn verering vooral door zieken die hem aanriepen om zijn moed en standvastigheid.
Tijdens de Franse Revolutie in 1789 werd zijn lichaam overgebracht naar Malmédy in België waar het zich nog bevindt en waar de H. Quirinus vooral wordt aangeroepen tegen zenuwziekten en reuma.
Pastoor L.Eijgelshoven voerde in 1907 te Wahlwiller de verering van St. Quirinus van Malmédy in, om parochianen een bedevaart naar Rott ten Zuiden van Aken te besparen, waarheen zij pelgrimeerden op de weekenden van de jaarlijkse octaaf-viering, met name zenuw en reumapatiënten. Van buiten de eigen regio trok Wahlwiller vooral Pelgrims uit de Belgische grensstreek. Aan het octaaf werd bekendheid gegeven door het verspreiden van affiches. Tevens werd het Quirinus briefje uit gegeven, met de tekst: “Godvruchtige oefening ter eere van den H. Quirinus”. |